Ontmoeting met de paus

In mijn studiejaar in Rome heb ik rector Muskens leren kennen. Hij was daar bestuurder van het Nederlands priestercollege. Daarnaast had hij ook het beheer over de twaalfde-eeuwse Kerk der Friezen, direct buiten de colonnade van de Sint Pieter. Een boek van zijn hand over deze kerk heb ik voor hem geredigeerd.
Op zekere dag wordt Muskens uitgenodigd om bisschop van Breda te worden. Ja, dat wil hij graag. Maar als ‘tegenprestatie’ zou hij graag één wens vervuld zien, namelijk dat Heilige Vader het antiek Romeinse altaar van de Friezenkerk zou wijden met relikwieën van Nederlands heiligen. Dit alles is hogere Roomse wiskunde.

Bij de dienst van de wijding zal ik met anderen acoliet zijn; ‘geslachtsrijpe misdienaar’, zo definieerde Ivo de Wijs ooit deze rituele functie. Ik ben klein van stuk, kleiner dan de paus, en word daarom boekdrager, zo dicht naast de Heilige Vader.

.
.

Vanaf dat moment heet ik naar mijn attribuut ‘libero’, zoals de anderen ‘mitra’ (mijter), en ‘pastorale’ (herdersstaf). De nacht vóór de plechtigheid verwijt ik mezelf dat ik meedoe aan deze flauwekul: sinds mijn twintigste jaar heb ik de kerk verlaten, ik ben homo en afkerig van de klerikale kerk.

De dag is daar. In het voorportaal stelt de stoet zich op voor zijn intrede in de kerk. We zetten ons in beweging en bij binnenkomst van de paus slaakt het aanwezige kerkvolk een diepe zucht, alsof de Heilige Geest zelf zijn wind doet waaien.
De lange dienst verloopt perfect; bloedserieus vervul ik mijn taak als boekdrager. Ik sta pal tegenover de paus, en voel zijn gevouwen handen trillen tegen de mijne, Parkinson. Ik realiseer me zeer wel de bizarre situatie van allerlei tegenstrijdigheden in mijn hoofd, hart en handelingen. Maar een mooie foto van deze bijzondere ontmoeting met de man, inmiddels een heuse heilige, houd ik er toch aan over.

 

Bosco

adminOntmoeting met de paus