Ik sta buiten, het is koud.
Einde van het jaar, de jaarwisseling.
Ik voel me een stoere meid met mijn 5 1/2 jaar, in mijn eentje buiten staan in de kou.
Nieuwe buren, ik begluur het huis van onze nieuwe buren. Ze wonen er nog niet zolang,
Ik heb ze ook nog niet ontmoet.
Ik weet alleen dat er 3 jongens wonen, ouder dan ik. Opeens zie ik naast het huis het hele kleine tuintje, een tuintje waar nooit iemand komt,
grenzend aan onze tuin.
In dat tuintje zie ik sterretjes, er staat iemand.
Iemand die met sterretjes staat te zwaaien. Die mooie stokjes die je aan kunt steken en
waar dan de sterretjes vanaf spetteren.
Het voelt als een uitnodiging. Ik loop erheen.
Daar staat de jongste nieuwe buurjongen. Hij heeft een leuke kop, lacht.
Ik vind hem aardig.
Die avond, de sterretjes. Het begin van onze vriendschap.
Ik bijna 6 hij bijna 9.
We zijn onafscheidelijk, doen veel samen, zijn ondeugend, zoeken elkaar op.
We weten het zeker, wij gaan trouwen. Ik geloof niet dat ik wist wat het was.
Toen gaf hij mij een zoen op mijn wang.
Vol afschuw veegde ik zijn spuug weg. Door mijn
moeder voor eeuwig vastgelegd op de film.
Dan krijgen hij en ik ruzie, na vele mooie jaren.
We hadden met een plank een wipwap bij hun op het hek gemaakt.
Hij aan de ene kant, ik aan de andere kant. Hij was veel zwaarder en hij wipte me in de
lucht en liet me daar bungelen.
Ik werd razend, wilde naar beneden en hij maar lachen. En ik, ik kon geen kant op.
Het einde van onze vriendschap.
Jaren later kom ik hem via via weer tegen.
Wij zouden trouwen.
Nu heeft hij een man en heb ik een vrouw.
Wat een foute wip kan doen.
Sas
Eerdere verhalen